Sint Jan

Achter de oude school staat een groep hoge linden. Ieder jaar op 24 juni ga ik daar met mijn zoontje bloesems plukken voor de thee. De volbeladen takken hangen diep naar beneden. Toch hebben we een trapje meegebracht, want mijn jongen is pas vijf jaar oud.

Op dat trapje staat hij nu, en vult vlijtig het mandje aan zijn arm. De zon schijnt hoogzomerlijk. Duizenden bijen zijn aangelokt door de geur van honing en vullen de lucht met machtig gezoem. Mijn zoontje babbelt honderduit. Zijn stemmetje klinkt als het gekwetter van een zwerm kleine vogeltjes.

Gaandeweg wordt hij stiller. De woorden komen met steeds grotere tussenpozen, tot ze uiteindelijk helemaal wegblijven.

Ik ga eens kijken. Hij staat nog bovenop zijn trapje, het mandje aan zijn arm. Zijn hoofdje is omhuld door een zoete wolk lindebloesemgeur. Zijn blik is gericht op de oneindigheid en zijn mond is geplooid in een diepe, gelukzalige glimlach.

www.antrovista.com