Maagd - het zonneteken van 22 augustus tot 21 september

De Maagd is het meest uitgestrekte sterrenbeeld van de Dierenriem. De zon heeft ongeveer anderhalve maand nodig om dit lange sterrenbeeld te doorlopen. De sterren van dit beeld staan ver van elkaar verwijderd en de meeste geven weinig licht. Hoewel de Maagd groots is, verbergt ze zich. Alleen aan een fonkelende sterrenhemel kun je ervaren hoe teer en fijngevormd haar lichtgestalte is.

Dankzij de blauwige Spica is het gebied van de Maagd gemakkelijk te vinden. Spica markeert de aar die de Griekse godin Persefone in haar linkerhand draagt. Persefone is de dochter van Demeter, de Griekse landbouwgodin. Ze wordt ook genoemd Kore, het meisje.

Spica is de enige ster die naar iets plantaardigs genoemd is. Het Latijnse woord betekent korenaar. Op grote afstand zijn er twee andere heldere sterren: ten noorden de oranjekleurige Arcturus (dicht bij de Grote Beer) en ten westen de blauwkleurige Regulus (in de Leeuw). Ze vormen samen de lentedriehoek.

De Maagd komt op aan de (zuid)oostelijke hemel. Het duurt zeer lang tot het gehele beeld boven de horizon verschijnt, ruim vier uur! Eerst komt haar hoofd op, dan haar lichaam. Bij het stijgen krijgt de Maagd een liggende positie. Aan de zuidwestelijke hemel heeft het hoofd zelfs een lagere positie dan de voeten. De Maagd verdwijnt verrassend in de nevel laag boven de horizon. De Maagd behoort tot de groep Dierenriembeelden die 'treuzelen' bij het opkomen en in een versneld tempo verdwijnen.

Op 17 september verlaat de zon de Leeuw en komt hij in het gebied van het hoofd van de Maagd. In het begin van de herfst bevindt de zon zich in de linkerschouder van de Maagd, deze komt in het oosten op en staat ongeveer 12 uur aan de hemel. Op 31 oktober verlaat de zon het gebied van de voeten van de Maagd en komt hij in de Weegschaal. De voeten van de Maagd doorlopen een veel lagere en kortere hemelboog dan het hoofd.

De Maagd staat in september en oktober overdag aan de hemel. Over een half jaar, wanneer in het voorjaar de bodem wordt bewerkt en het zaaien kan beginnen, staat dit Dierenriembeeld de hele nacht aan de hemel. De beeldentaal aan de nachtelijke hemel toont het toekomstige: het gerijpte koren. Wanneer in augustus de Maagd in de avondgloed verdwijnt, komt op aarde het graan tot rijping.
 

De Babyloniërs hadden aan de hemel in het gebied tussen de Leeuw en de Weegschaal twee sterrenbeelden: een zeer grote aar (genaamd AB.SIN) en daaronder een godin, die eruit zag als een zeemeermin en in haar linkerarm iets droeg. De Egyptische Maagd, een rechtopstaande vrouw in een lange jurk, droeg de aar in de linkerhand. Osiris (onze Orion) en andere Egyptische goden aan de hemel hadden hun staf eveneens in de linkerhand. De goden die een wapen droegen of een pijl schoten, deden dit altijd met de rechterhand. In de Romeinse tijd en op de Middeleeuwse afbeeldingen, heeft de Maagd twee grote vleugels gekregen en is de aar veel minder opvallend. Deze afbeelding van de Maagd lijkt het meest op de Griekse.

De Griekse mythologie vertelt over de jonge godin Persefone die genoot van het wandelen in een prachtig bloeiend weiland. Bij het plukken van een narcis spleet de bodem open en verscheen Hades, de heerser van de Onderwereld. Hij wilde haar als vrouw en nam haar mee naar zijn rijk, diep in de aarde. Moeder Demeter hoorde haar dochter om hulp roepen, maar kon ze nergens vinden. Toen Demeter vernam dat haar broer Hades toestemming had gekregen van Zeus, de vader van Persefone, om het meisje te ontvoeren, was ze hoogst verontwaardigd en meed de andere goden. Ze schonk geen aandacht meer aan de akkers en de tuinen. Honger dreigde en de goden kregen geen offers meer. Zeus nam toen het besluit dat Persefone het twee-derde deel van het jaar bij haar moeder mocht zijn. Demeter liet jaarlijks bij haar komst de planten opnieuw groeien en bloeien en de vruchten konden weer tot rijping komen.

 

© Liesbeth Bisterbosch - Stichting Een Klaar Zicht - AntroVista