Schorpioen - het zonneteken van 23 oktober tot 21 november

Laag aan de hemel is het gebied van de Schorpioen. Het roodachtige licht, nogal laag boven de bomen, heet Antares. Het is de helderste ster van de Schorpioen. Wanneer de omstandigheden gunstig zijn (weinig lichthinder), kun je het bovenste, rechter deel van de Schorpioen waarnemen. In zuidelijke landen, zoals Italië, is de gehele Schorpioen zichtbaar. Daar is hij een van de meest indrukwekkende sterrenbeelden. Je ziet met een oogopslag een reusachtig kruipende gestalte.

Bij het opkomen van de Schorpioen in het zuidoosten verschijnen eerst de beide scharen. Ze staan omhoog. De Schorpioen krijgt bij het doorlopen van zijn lage en korte hemelsboog de stand zoals die op de kaart is afgebeeld. Vervolgens staan de scharen nog verder rechts van Antares (het hart van de Schorpioen). In Nederland is de gifangel niet zichtbaar. In het zuiden en het midden van Nederland verschijnt deze wel korte tijd boven de horizon, maar de staart komt niet hoog genoeg om hem te kunnen zien.

De roodachtige Antares valt ook veel meer op dan de sterren van de naburige Dierenriembeelden de Weegschaal (rechts van de Schorpioen) en de Schutter (links ervan). In de lichte maanden van het jaar is Antares de enige heldere ster laag aan de zuidelijke hemel. Antares komt in het zuidoosten op, nog zuidelijker dan de zon in december en bevindt zich elk etmaal maar zeven uur boven de horizon. Deze ster staat in het zuiden nog lager dan de zon op de kortste dagen van het jaar. Antares bevindt zich ten zuiden van de zonneweg.

Er zijn overleveringen over de Schorpioen en Aesculapius (Asklepios), de arts die vermaard was om zijn geneeskrachtige kruiden. Het sterrenbeeld Slangendrager bevindt zich boven de Schorpioen. Wanneer Aesculapius aan de westelijke hemel staat, zet deze 'zoon van het licht' zijn voet op het 'kruipende gedierte van de duisternis'; weldra verdwijnt de Schorpioen onder de horizon.

Volgens zeer oude overleveringen is de Schorpioen een gevallen adelaar die in de toekomst weer vrij kan komen van zijn binding met de aarde. De schorpioen heeft net als de adelaar een scherpe blik en valt op gerichte wijze zijn prooi aan.
 

Aan de hemel staan de beide roodachtige sterren Aldebaran (Stier) en Antares (Schorpioen) tegenover elkaar. Bij het ondergaan van de Schorpioen komt de Stier op. In mei maken zon en Stier overdag een grote, hoge hemelboog, terwijl de Schorpioen 's nachts zijn kleine baan beschrijft. Dan ontplooit de natuur zich meer en meer en zijn de stofwisselingactiviteiten het meest intensief (Stier-eigenschappen). De zon staat van 23 oktober tot 22 november in het teken Schorpioen; de zon doorloopt de volgende dag een nog kortere en lagere hemelboog. In deze periode van het jaar verliezen de bomen hun bladeren. Gedurende de Schorpioen-maand overheersen in de natuur de afstervende processen. De Schorpioen toont in zijn gestalte en gedrag de tegengestelde eigenschappen als de Stier. In de Schorpioenmaand toont het plantenrijk tegengestelde tendensen als in de Stiermaand.
 

Tegenwoordig komt de zon op 23 november in het sterrenbeeld Schorpioen en al vanaf 29 november staat de zon officiëel niet meer in het Dierenriembeeld Schorpioen, maar tussen de sterren die de voeten van de Slangendrager markeren. De Slangendrager is een zeer uitgestrekt beeld. Een planeet die bij zijn voeten staat, geeft echter meer de indruk dat hij bij de Schorpioen-sterren staat dan dat hij zich in de Slangendrager zou bevinden.

De officiële grenzen tussen de Dierenriembeelden zijn gebaseerd op een afspraak van de Internationale Astronomische Unie (I.A.U.) uit 1928. Met noord-zuid en oost-west lopende lijnen werd de hemel in 88 gebieden verdeeld. Bij deze ruimtelijke indeling ging de I.A.U. uit van de 48 Ptolemaeïsche sterrenbeelden (de beelden waarvan de namen een mythologische oorsprong hebben) en van de zogenaamde moderne beelden (de beelden die in de 17e en 18e eeuw zijn ontworpen). De zonneweg loopt door het gebied van de scharen van de Schorpioen; het overige deel van de Schorpioen bevindt zich ver ten zuiden van de zonneweg. Vandaar dat in 1928 is gekozen voor een zogenaamd dertiende Dierenriembeeld, de Slangendrager. De zon bevindt zich officieel van 29 november tot 17 december in de Slangendrager.

 

© Liesbeth Bisterbosch - Stichting Een Klaar Zicht - AntroVista