Schutter - het zonneteken van 22 november tot 20 december

Van alle Dierenriembeelden beschrijven Schorpioen en Schutter de meest korte en lage hemelbogen. Het hoofd van de Schutter doorloopt elke dag zo'n kleine en zuidelijke hemelboog als de zon in december. De Boogschutter laat zich maar weinig zien. Hij is aan de ochtendhemel zichtbaar van maart tot juni en aan de avondhemel van juli tot oktober. In de maanden november, december, januari en februari blijft hij onzichtbaar. Vier maanden verborgen zijn is een lange periode.

Je herkent de Boogschutter aan zijn pijl en boog en de sterren die zijn borst markeren. In een gebied met weinig lichtverontreiniging zijn ook de sterren van het hoofd en de sluier zichtbaar. De Schutter staat links van de schutter, een sterrenbeeld dat veel gemakkelijker te herkennen is. De Schutter vind je sneller als het beeld 'achter' de schutter, de Schutter komt na de schutter op en volgt hem op zijn hemelboog, dan aan zijn lichtcompositie. schutter en Schutter stijgen aan de zuidoostelijke hemel maar weinig. Van deze beelden blijft het onderste deel onder de horizon verborgen.
 

De Boogschutter is een geheimzinnig mythologisch wezen. De oudste overlevering stamt uit de Babylonische cultuur. De jachtgod PA.BIL.SAG heeft een menselijk bovenlijf, het onderlijf van een hengst en grote vleugels. De jager heeft zijn pijl en boog schietklaar en kijkt met geconcentreerde blik. De Babylonische god heeft bovendien een hondekop, die de andere kant uit kijkt. De hengst is in volle vaart; hij heeft twee staarten, een paardestaart en het achterlijf van een schutter.

De Egyptenaren hebben van de Babyloniërs de Dierenriem overgenomen; hun Schutter heeft echter geen twee staarten, de schutter-staart ontbreekt. De Grieken lieten ook de vleugels en de hondekop weg. Op de meeste afbeeldingen staat het paard stil. Voor hen was de Schutter een centaur. Deze afbeelding lijkt het meest op het Griekse beeld.
 

Aan de hemel staan Schutter en Tweelingen tegenover elkaar: als het ene beeld ondergaat, komt het andere op. De zon staat van 17 december tot 19 januari in de Schutter. De Tweelingen zijn tijdens de lange, donkere nacht zichtbaar. Op het middernachtelijke uur staan ze zo hoog als de zon op de langste dagen van het jaar. 

In deze donkerste periode van het jaar leeft de plantenwereld verborgen in de knoppen en zaden. Als de zon in de Schutter staat, lijkt het alsof de natuur uitgestorven is, maar in het verborgene is de geestwereld, de kosmos, aanwezig.

Een half jaar later bevindt de zon zich in de Tweelingen. In juli staat de Schutter tijdens de korte, schemerachtige zomernacht aan de hemel. Hij komt in het zuidoosten op bij het ondergaan van zon en Tweelingen in het noordwesten. De Schutter stijgt nauwelijks en blijft in het zuiden laag. Al na vier uur begint de Schutter te dalen. Tijdens de ochtendschemering verdwijnt hij achter de zuidwestelijke horizon. Zijn hoofd kan slechts max. acht uur boven de horizon staan.

In juli nodigt de natuur ons uit om, zoals de blije Tweelingen doen, te genieten van de schoonheid die de omgeving ons nu biedt. De nachtwereld toont het beeld Schutter: de menselijke geest beheerst het krachtige leven. Doelgerichtheid is voorwaarde om de omgeving een nieuwe vorm te kunnen geven.
 

In alle opzichten is de Schutter het tegenbeeld van de Tweelingen, de twee jeugdige helden die bij de Grieken zo geliefd waren om hun avontuurlijk leven. Het sterrenbeeld Schutter toont zich maar weinig en juist dit verborgen zijn is een sleutel om hem beter te leren kennen. De jachtgod heeft het vermogen de bewegingsdriften in het onderlijf zo te beteugelen dat hij met pijl en boog scherp kan richten. De snelle en krachtige paardebenen brengen de Schutter overal heen, waar hij naar toe wil. Hij spant zich in om zijn bewegingsimpulsen te sturen en zijn blik te concentreren. 

 

© Liesbeth Bisterbosch - Stichting Een Klaar Zicht - AntroVista