De schrijver

Leen Mees signeert zijn
'Geheimen van het skelet', 1980

Leen heeft zijn bekendheid in brede kring niet alleen te danken aan zijn lezingen. Ook door zijn boeken, die vrijwel allemaal in de laatste twintig jaar van zijn leven zijn ontstaan, heeft hij veel mensen bereikt. De inhoud van zijn boeken hangt ten nauwste samen met de inhoud van zijn voordrachten. Leen was in strikte zin geen schrijver. Hij was een spreker, die de inhoud van zijn lezingen op een goed moment in boekvorm naar buiten bracht. Veel schreef hij ook niet zelf op, maar dicteerde hij aan Anneke Dubois. Anneke Dubois heeft voor Leen vanaf het begin van de jaren dertig gewerkt tot aan zijn dood. Zij stenografeerde alles wat hij dicteerde en werkte het uit. Dat is in de stijl soms nog goed terug te vinden. Het zijn gedicteerde voordrachten en daarom voor degenen die hem kenden, sprekende getuigenissen. Dietrich Esterl, de echtgenoot van Arnica, heeft een aantal van Leens boeken in het Duits vertaald. Daarbij ondervond hij de moeilijkheid om diens levendige stijl, de schijnbare bijkomstigheden die hij vermeldt, zijn humor en zijn bijzondere en beeldende taalvormen in de nuchtere, objectieve stijl te brengen die in Duitsland meer wordt gewaardeerd. Dat lukt hem, naar eigen zeggen, maar ten dele. Leens manier van uitdrukken is blijkbaar zo eigen dat die niet zonder meer in het Duits over te brengen is. Dietrich Esterl zegt hiervan dat er ‘bij alle ernst en belang van de behandelde onderwerpen steeds een vonkje entertainment’ meespeelt.

Een boek dat hier niet ongenoemd kan blijven is Leens ‘skelettenboek’. Al vroeg is Leen een verzamelaar van botten. Aan de talloze vormen die aan botten in verschillende groeistadia zijn af te lezen, bestudeert hij het principe van de metamorfose: de vormveranderingen van verschijnselen als uitdrukking van meer onzichtbare ontwikkelingswetmatigheden.

In zijn studietijd krijgt Leen het idee om op dit onderwerp te promoveren. Een vriend van zijn zoon Wijnand, Rupert van der Linden, heeft er op een gegeven moment al een groot aantal tekeningen voor gemaakt, maar tot een proefschrift is het nooit gekomen. Pas veel later, in 1980, ontstaat er uit deze levenslange interesse in de vormen van het skelet een boek: Geheimen van het skelet. Vorm en metamorfose.

Uit zijn zeer omvangrijke bottenverzameling heeft Leen een bijzonder exemplaar, de wervel van een walvis, geschonken aan De Wervel. Dit tastbare gebaar is uitdrukking van het feit dat het thema van de metamorfose Leen Mees heel dierbaar was. Ook in zijn boeken, waarin hij een veelheid aan onderwerpen behandelde, duikt dit thema telkens op.