April


21 maart tot 21 april

De liefde die zichzelf in de verantwoordelijkheid voor iedere individualiteit als lid van een vrije gemeenschap beleeft, is devotie.

In de devotie wordt het wezen van het levende denken ervaren, van de geest die in ons als individualiteit leeft. In het levende denken ontwikkelen wij niet onze subjectieve gedachten, maar denkt veeleer de geest door ons de gedachten die in de wezens wonen. De geest doet dit echter niet als onze overweldiger, maar doordat wij ons met hem in een vrije daad, die tegelijkertijd een beschouwen is, verenigen. In eerbied voor de geest in ons en in alle wezens richten wij ons op naar een ethisch individualisme.

De inhoud van deze eerbied verschilt echter naar gelang het over natuurwezens, of over mensen gaat. De natuurwezens kennen wij door onze, de mensen door hun eigen gedachten. Door niet onze subjectieve gedachten over anderen, maar in overgave hun eigen gedachten te denken, ontwikkelt zich onze individualiteit tot de drager van een andere individualiteit. Aangezien in het denken alle uiterlijkheid wordt overwonnen, verliezen wij ons in deze andere individualiteit om onszelf in haar weer terug te vinden. Zodoende wordt de vrijheid tot de gemeenschap voor devotie.

Zo wordt devotie offerkracht.

Een meditatie van zulke offerkracht is het zich verdiepen in de beelden van het zoekraken en terugvinden van leiders van de mensheid. (Boeddha wordt onder de boom met de zangers, de twaalfjarige Jezus in de tempel onder de leraren teruggevonden.)