Februari


21 januari tot 21 februari

Wie in het lotsvertrouwen de onvergankelijkheid van het eigen ware wezen heeft ervaren, wordt zwijgzaam.

De ware zwijgzaamheid is de bijbelse metanoia, de ommekeer van de gezindheid, ook wel berouw genoemd. Want het tegenovergestelde van zwijgzaamheid is de overgave aan de zintuigen. De onsterfelijke moedkracht, die het middelpunt van ons wezen is, verliest in de overgave aan de zintuigen, in de mededeling naar buiten, het bewustzijn van zichzelf. Door de ommekeer daarentegen wordt zij zichzelf gewaar. Zwijgen is derhalve kracht verzamelen. Het is de omhulling van het geestelijke in ons, dat in de beelden van de zintuiglijke wereld en de taal ervan niet mededeelbaar is en voor het naar buiten gekeerde oor niet beluisterbaar.

Zwijgzaamheid is de bescherming die het geestelijke als onaantastbaar geheim van de ziel behoedt. De zwijgzaamheid is waardig om drager van dit geheim te zijn. Zij beschaamt het vertrouwen dat de geestelijke wereld en de mensen haar schenken niet, daar zij het in het zielengebied, dat door de ommekeer (van ons verlangend wezen) wordt behoed, opneemt. Zwijgzaamheid is de kracht waardoor de ziel vat op zichzelf krijgt en zich niet als behorend tot de zintuiglijke maar tot de geestelijke wereld beleeft.

Zo wordt zwijgzaamheid meditatieve kracht.

Een meditatie van zwijgzaamheid is: Ik ben een gedachte die door de hiërarchieën van de kosmos wordt gedacht.