Verzorgd door Renée Zeylmans († 16 februari 2018)
Michael staande in de harten van de mensen, onder zijn voeten wat eens ahrimanisch schrijverschap zal zijn.
Door de mensenzielen die voorbestemd waren om Antroposoof te worden, werd in de bovenzinnelijke wereld iets beleefd, dat vroeger nimmer door mensenzielen in de bovenaardse regionen tussen dood en nieuwe geboorte beleefd werd. Vroeger beleefden de mensenzielen hoe in de tijd tussen dood en nieuwe geboorte samen met leidende geestelijke wezens het karma voor het komende bestaan op aarde werd uitgewerkt. Maar zoals nu het karma werd uitgewerkt van degenen die door de genoemde factoren waren voorbestemd om Antroposoof te worden, zo werd vroeger geen enkel karma uitgewerkt. Nimmer werd er vroeger tussen dood en nieuwe geboorte in het zonnegbied zo gewerkt als thans onder de heerschappij van Michael gewerkt kon worden, nu deze vrij was van aardse aangelegenheden.
Er speelde zich daar toen iets af, wat voor de bovenzinnelijke gebieden toendertijd werkelijk een gebeurtenis was; iets wat tegenwoordig diep in de harten van de meeste Antroposofen, zij het onbewust, slapend, dromend rust. Een Antroposoof doet er juist aan, indien hij naar zijn hart wijzend zegt; daar binnen leeft mogelijk een voor mij onbewust geheim, dat een afspiegeling is van de daden van Michael uit de 16e, 17e, 18e eeuw in bovenaardse gebieden, waar ik voorafgaand aan mijn huidige afdaling naar de aarde onder Michael gewerkt heb, die daar iets bijzonders tot stand kon brengen, omdat hij als het ware vrij was geworden van zijn reguliere opgaven.
–Michael verzamelde zijn scharen om zich heen, verzamelde allen die als bovenzinnelijke wezens bij hem hoorden uit de regionen van de Angeloi, Archangeloi; hij verzamelde ook de mensenzielen, die op een of andere manier een verbinding met hem hadden gekregen. Er ontstond zoiets als een groots uitgebreide bovenzinnelijke school. Zoals er aan het begin van de 13e eeuw als het ware een concilie had plaats gevonden met hen die als Platonici en Aristotelici konden samenwerken, zo verwerkelijkte zich thans onder directe leiding van Michael een bovenzinnelijke school van de 15e tot in de 18e eeuw, waartoe de wereldordening, Michael zelf als grote leraar had aangewezen, Een scholing waarvan deze mensenzielen het resultaat thans in hun zielen dragen, onbewust. Het resultaat van deze scholing komt alleen daardoor aan het licht, dat deze mensenzielen een drang naar Antroposofie ervaren. Deze drang naar Antroposofie is het resultaat van die scholing
(…) Wat Michel onderwees in de grote omvangrijke hemelse school, was iets onvoorstelbaars – iets dat de Ahrimanische demonen op aarde, met name in de 15e, 16e 17de tot in de 18de eeuw tot op het merg verontrustte; het veroorzaakte een verschrikkelijke opwinding bij hen, zodat zich iets opmerkelijks afspeelde; er speelde zich iets af wat een polaire tegenstelling tussen hemelse en aardse daden in die tijd tot gevolg had. – Daar boven in de geestelijke wereld een verheven school, die op een nieuwe wijze in de bovenzinnelijke wereld (de oude wijsheid samenvat). Een school die bij de in eerste instantie daartoe voorbestemde mensenzielen tussen dood en nieuwe geboorte in het intelligente bewustzijn, in de bewustzijnsziel opriep, wat voorheen, in vroegere tijden in de verstands- of gemoedsziel, in de gewaarwordingsziel, enzovoort, wijsheidsgoed van de mensen was geweest. Zette Michael; de wereldsamenhangen voor de zijnen uiteen. Deze zielen ontvingen een lering die de wereldgeheimen onthulde; beneden op aarde werkten de ahrimanische geesten.
Het is een goddelijk geheim, dat de Antroposofen niettemin moeten kennen om, zoals ik heb aangeduid, de beschaving van de 20ste eeuw te leiden.
Terwijl Michael daarboven zijn scharen onderwees, werd er een soort onderaardse ahrimanische school opgericht, die direct onder het oppervlak van de aarde lag..Wij kunnen daarom zeggen, dat in het bovenaardse de Michael-school is; in het gebied waar wij onmiddellijk boven op staan – want ook in het onderaardse zijn geestelijke krachten werkzaam en aktief – werd de ahrimanische tegenschool opgericht. Nu er juist in die tijd van Michael geen impulsen omlaag stroomden om de intelligentie vanuit de hemel te inspireren en de intelligentie op aarde aan zichzelf werd overgelaten, beijverden de ahrimanische scharen zich des te meer om van onder op impulsen in de intelligente mensheidsontwikkeling binnen ter stralen. - Het is een groots beeld dat ons voor ogen kan treden. Wij moeten ons het aardoppervlak voorstellen, daarboven Michael die zijn scharen onderricht, hen in grootse, geweldige wereldwoorden onthult wat ooit de oude inwijdingswijsheid was. Daar tegenover de ahrimanische school in de ondergronden van de aarde. Op de aarde zelf ontwikkelt zich de uit de hemel omlaag gevallen intelligentie. Michael, die vooreerst ten opzichte van het aardse in hemelse eenzaamheid zijn school voert – er voeren geen stromen van boven naar beneden…de ahrimanische machten die des te krachtiger hun impulsen omhoog zenden!
Er zijn steeds op aarde zielen belichaamd geweest die in de betreffende eeuwen het onverkwikkelijke van deze situatie aangevoeld hebben. Want wie de Michaelwijsheid moet verkondigen, voelt als het ware dat hij in de juiste positie verkeert, als hij worstelt om een uitdrukkingsvorm, een formulering te vinden voor de wijsheid. Hij voelt zich zelfs nog in de juiste positie, indien hij deze Michalwijsheid, uitstromend door zijn handen, neerschrijft. Want dan stroomt wat van geestelijke zijde met de mens is verbonden, als het ware binnen in de vorm van het geschreven woord, in dat wat hij doet. Echter, hoewel het verdragen moet worden, hoewel het bij onze tijd hoort, is het een onverkwikkelijk gevoel om de Michaelwijsheid, die men nog wel graag opschrijft en de mensen om te lezen dan ook aan kan reiken, om te zien hoe deze wijsheid op mechanische wijze vermenigvuldigd wordt in het gedrukte woord. Dit onverkwikkelijke gevoel met betrekking tot het gedrukte woord treedt zondermeer op bij iemand die met alles wat hij te verkondigen heeft in het geestesleven staat.
(…) Uit de boekdrukkunst kunnen de demonische machten tevoorschijn spruiten, die nu juist de geschiktheid hebben om de heerschappij van Michael te bestrijden.
Wat werkelijkheid is in het leven moet in zijn ware betekenis doorzien worden, als men Antroposoof is. In de boekdrukkunst dienen wij een geestelijke macht te zien, maar dan wel de geestelijke macht die door Ahriman tegenover Michael geplaatst wordt. Vandaar de aanhoudende maning van Michael aan degenen die hij in zijn school onderrichtte…de aanhoudende maning: “Wanneer jullie opnieuw op aarde komen, om te doen waarvoor hier de aanzet gegeven wordt, verzamel de mensen dan om je heen en verkondig het belangrijkste van mond tot oor – beschouw het niet als het belangrijkste dat enkel door het gedrukte woord een ‘literaire’werkzaamheid in de wereld wordt uitgeoefend’. Daarom ligt de intiemere wijze om van mens tot mens te werken, meer in de lijn van Michaels werkzaamheid.
Als wij ons, in plaats van enkel door met boeken te werken, verenigen en de belangrijkste impulsen op een menselijk-persoonlijke manier opnemen en het andere enkel als een soort ‘geheugensteun’ gebruiken, om toch ook met de Ahrimanische tijdgeest rekening te houden – omdat het zo moet zijn, want anders zou Ahriman ook weer een ongekende heerschappij verwerven, als wij zijn kunst niet zouden bemachtigen. Gaan wij er zo mee om, dat wij het gedrukte woord niet alleen maar uitpersen, maar het in een juiste verhouding brengen tot het op een direct menselijke manier werkt, dan inauguren wij wat als iets onaantastbaars vooreerst als Michaelstroming door de antroposofische vereniging zou moeten stromen.
Het zou niet juist zijn, om op grond van dingen zoals ik zoëven heb uitgesproken, nu stellen: ‘Laten we alle antroposofische boeken dan weg doen!”Daardoor zouden wij de boekdrukkunst juist aan de krachtigste vijanden van Michaelwijsheid uitleveren en wij zouden daardoor de voortzetting van onze antroposofische werkzaamheid, onmogelijk maken. Door een heilige gezindheid ten opzichte van alles wat er in de Michaelwijsheid leeft, moeten wij de boekdrukkunst veredelen! Want wat wil Ahriman door de boekdrukkunst te opzichte van Michael bereiken? Hij wil – en wij kunnen het tegenwoordig overal te voorschijn zien schieten – de intelligentie veroveren, een verovering van de intelligentie die zich vooral wil manifesteren overal waar de omstandigheden daar gunstig voor zijn.
Het werkzame element ligt hierin besloten, dat deze ahrimanische geesten op momenten dat het bewustzijn van de mensen afgedempt is, deze mensen in zekere zin van zich ‘bezeten’doen zijn; zij grijpen in het bewustzijn van de mens in.
(…) Nu heeft het Ahrimanische in de boekdrukkunst van de moderne tijd zijn grote betekenis verworven.
(…) Er worden eerste pogingen ondernomen, die van uit het bereik van Michael kunnen worden aangeduid als: Ahriman treedt als schrijver op.
Niet alleen zijn er mensen die door hem bezeten worden, maar Ahriman is zelf als schrijver opgetreden, terwijl hij door mensenzielen op aarde van zich liet horen. Dat hij een geniale schrijver is, hoeft niet te verbazen: want Ahriman is een grootse, een omvangrijke, een geweldige geest. Hij is echter die geest, die niet geneigd is tot een verdere ontwikkeling van de mensheid op aarde in de zin van de goede goden, maar tot het bestrijden daarvan.
(…) het zal in de toekomst noodzakelijk zijn om op aarde werkzaam te zijn, opdat wij niet alles wat ons als geschreven werk onder ogen komt, op dezelfde manier op te nemen. Er zullen werken van een mensenhand gepubliceerd worden, maar enkele mensen zullen moeten weten dat er één is die zich schoolt om een van de schitterendste schrijvers te worden in de nabije toekomst: Ahriman zal de schrijver zijn. Zoals ooit de evangelisten geïnspireerd werden en de werken hebben neergeschreven van de bovenzinnelijke wezens die hen begeestigden, zo zullen de werken van Ahriman door mensen worden geschreven.
(…) om in de antroposofische vereniging met aandacht met deze inzichten te leven en degenen, die in de volgende incarnaties zullen volgen in deze inzichten te onderrichten…tot het einde van de 20e eeuw. Dan zullen velen van hun die deze dingen nu voor het eerst meemaken, opnieuw op aarde afdalen en dat zal dus snel zijn. Intussen zal er op aarde echter veel verschijnen, talrijke werken die door Ahriman geschreven zullen zijn. Eén opgaven van de Antroposofen zal zijn om trouw de Michaelwijsheid te hoeden en met een welgemoed hart voor de Michaelwijsheid in te staan,om daarin een eerste doordringen te beleven van de aardse intelligentie met het geestelijk zwaard van Michael; opdat dit geestelijk Michaelzwaard gehanteerd zal worden door de harten waarin Michaelwijsheid is binnen gestroomd…zodat het Michaelbeeld, als een imaginatie die de Antroposoof als individu begeestigt, in een nieuwe gedaante zal verschijnen: Michael in het hart van de mens, onder zijn voeten het ahrimanische schrijverschap.
(…) waakzaamheid ten opzichte van de schitterende, verblindende arbeid van Ahriman als schrijver, wat door de hele 20e eeuw werkzaam is. Ahriman zal op ieder gebied schrijven!
Dat is de situatie die de mensheid aan het einde van de 20e eeuw tegemoet gaat. Zij die nu nog jong zijn, zullen veel van Ahrimans schrijverschap te zien krijgen
Rudolf Steiner, Arnhem 20 juli 1924
GA 240. Esoterische Betrachtungen karmischer Zusamenmenhänge. (Karma 7, uitgeverij Zevenster)
Renée Zeylmans
Overleden op 16 februari 2018

Uitgeverij Pentagon
Vertalingen van Rudolf Steiner, opvoeding en vrijeschoolpedagogie
Weteringschans 54-a
1017 SH Amsterdam
020 622 7679