menu

Weekspreuk 11 

16 - 23 juni 

Es ist in dieser Sonnenstunde
An dir, die weise Kunde zu erkennen:
An Weltenschönheit hingegeben,
In dir dich fühlend zu durchleben:
Verlieren kann das Menschen-Ich
Und finden sich im Welten-Ich.

Het is aan jou, nu in dit zon-getijde
Slechts deze wijsheid te belijden:
Aan wereldschoonheid prijsgegeven,
En innerlijk voelend te doorleven:
Verliezen kan het mensen-ik
En vinden zich in het wereld-ik.
.

Spiegelen

‘Ken jezelf’, stond al in de Griekse oudheid aan de tempel van Apollo in Delphi geschreven. Die oproep geldt nog steeds. Want wie willen we zijn? Er zijn zoveel rollen in onze gecompliceerde samenleving, dat je maar al te makkelijk wordt wat je eigenlijk niet zou willen wezen. Zijn we wat de ander van ons vindt, ons succes, onze teleurstelling, onze boosheid?

Zulke eigenschappen kleuren tegenwoordig maar al te vaak meningen en overtuigingen, gevoed door eigenbelang. Jezelf leren kennen, doe je dus blijkbaar niet door alleen op jezelf te focussen. Dat vernauwt je blik, beperkt je inzicht. ‘Wereldschoonheid’, oppert de weekspreuk; zoek het daar. Spiegel je niet aan de ander, maar ga terug naar de bron van je zijn – of eigenlijk van je niet zijn. Neem schoonheid, waarheid, het edele en het goede als maatstaf, zoals het zich uitdrukt in de natuur, zoals het in het wereld-ik verankerd is.

Dat laat zich niet beredeneren, niet in dogma’s vangen. Het vraagt om zielenrust. Dan spiegelt het wereld-ik zich in onze ziel. Het stelt schoonheid tegenover noodzakelijkheid, waarheid tegenover mening, edelmoedigheid tegenover onverschilligheid. Verlies je er niet in, want net zo makkelijk kun je je loszingen van deze wereld.

Goethe vergelijkt de ziel met het water. In haar stille oppervlak kunnen de sterren zich spiegelen. Laat de wind golven bruisen, dan woelt vertroebeling op van de bodem. In een klein moment van innerlijke stilte kan de wereldschoonheid in de ziel reflecteren, onverwacht in je oplichten. Dat is de wijsheid van de zomer.

Gezang der geesten over de wateren

De mensenziel
Lijkt op het water:
Van de hemel komt hij,
Naar de hemel stijgt hij,
En weer omlaag
Naar de aarde moet hij
Eeuwig wisselend.

Stroomt van de hoge
Steile rotswand
De zuivere straal,
Dan verstuift hij liefelijk
In wolkenwaaiers
Naar het glad gesteent',
En licht ontvangen
Bruist hij in sluiers,
Zacht ruisend
In de diepte neer.

Rijzen klippen
In de stroom
Schuimt hij wrevelig
Tree na tree
De afgrond in.

In vlakke bedding
Kruipt hij door het groene dal,
En in het gladde meer
Spiegelen de sterren
hun aangezicht.

Wind is der golven
Liefelijke minnaar;
Wind mengt aan de bodem
Schuimende golven.

Ziel van de mens,
Wat lijk je op water!
Lot van de mens,
Wat lijk je op de wind!

J.W. von Goethe

Luister naar Schubert:

of naar de recitatie van dit gedicht op een vooroorlogse opname:

 
‘In de Week’ is nu ook in boekvorm verkrijgbaar, klik hier...