menu

Weekspreuk 19 

11 - 17 augustus 

Geheimnisvoll das Neu-Empfang'ne
Mit der Erinn'rung zu umschließen,
Sei meines Strebens weitrer Sinn:
Es soll erstarkend Eigenkräfte
In meinem Innern wecken
Und werdend mich mir selber geben.

Behoedzaam het nieuw-ontvangene
Met mijn herinnering te omhullen,
Is alles wat ik nu beoog:
Laat het de innerlijke kracht
In mij tot wasdom brengen
En wordend mij mijzelve schenken.

Rust

Het ‘wereldwoord’ een plaats bereiden in de ziel. Dat is nogal wat. Hetzelfde woord waarvan de evangelist Johannes zegt: “In den beginne was het Woord - Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden.” Dan past het wel om deemoed te tonen. Wij mensen mogen ons bescheiden opstellen onder alles wat wordt en geworden is in de wereld: ook wij zijn geworden en worden nog steeds door het Woord. Het leerde baby’s staan en lopen, ‘ik’ zeggen, op te groeien naar volwassenheid. Het is de kracht die de mens door de evolutie tot bewustzijn heeft gebracht.

Hoe herken je het wereldwoord? Ga je daarvoor zitten tot het in je ziel weerklinkt en je een geroepene bent? Voor sommigen geldt dat misschien. Maar het wereldwoord roept niet alleen, het fluistert ook. En ook al ontgaat je dat wellicht, je wordt het gewaar als je terugkijkt in herinnering en ziet hoe je geworden bent; merkt wat in het leven wordingsmomenten waren. Als de ziel geen hol vat is, maar de ruimte waarin het wereldwoord resoneert en behoed wordt, vormt het zich om tot mensen-ik, maakt het ons krachtiger. Zo groeit uit de stilte van de herinnering, de kracht om in het leven te staan.

De stilte heeft het niet gemakkelijk in de wereld. Sociale media trekken de mens in het heden, van de ene ervaring in de andere. Hoe holler het vat, hoe harder het klinkt. Zo geeft de mens zich weg aan de ander, in plaats van zich aan zichzelf te geven. In de stilte van de avond klinkt de dag nog na, worden we onszelf gewaar, nemen we de dag mee in de nacht, het verleden mee in de toekomst.

Over de rust na een lange dag, schreef Arthur Sullivan op woorden van Henry Chorley, onderstaand lied: de stilte boven het water, de laatste vallende bladeren, de klok zwijgt; de overpeinzing bij het haardvuur; nadenken over hoop en het levenslot. De verlichte ramen verduisteren, het vuur dooft langzaam uit, de dag is voorbij.

The Long Day Closes

Sit by the silent hearth
In calm endeavour,
To count the sounds of mirth,
Now dumb for ever.

Heed not how hope believes
And fate disposes:
Shadow is round the eaves,
The long day closes.

The lighted windows dim
Are fading slowly.
The fire that was so trim
Now quivers lowly.

Go to the dreamless bed
Where grief reposes;
Thy book of toil is read,
The long day closes.

Luister naar:

 
‘In de Week’ is nu ook in boekvorm verkrijgbaar, klik hier...